Living labs en het opschalen van innovatie: bottom-up én top-down

Afgelopen jaar mocht ik het Rathenau instituut begeleiden bij hun nieuwste rapport over living labs. Leuk zoveel van de gedachten terug te zien waarmee ik ook de basis van de huidige The Green Village heb gelegd, waaronder de vier dimensies die nodig zijn om innovatie maatschappelijk in te bedden (in het Rathenau-rapport geformuleerd als Technologisch, Economisch, Socio-cultureel en Juridisch).

De lessen voor opschaling ondersteun ik van harte:

  1. Leer met living labs over innovatie én haar maatschappelijke inbedding
  2. Anticipeer vroeg op een mogelijke uitbreiding
  3. Verweef living labs met grotere onderzoeks- en innovatietrajecten
  4. Betrek intermediaire organisaties

Zoals de titel van het rapport ‘Voorbij lokaal enthousiasme’ al aangeeft, gaat het vooral over de hoe de inzichten en innovaties uit living labs kunnen opschalen – bottom-up. Voor échte impact moet die bottom-up benadering aansluiten op de top-down visie op de inrichting van onze samenleving, economie en leefomgeving. Als top-down en bottom-up elkaar versterken, dan gaan de neuzen dezelfde kant op staan en wordt het veel makkelijker kleine stappen te zetten in de goede richting.

Deze aansluiting tussen bottom-up initiatieven en een top-down-visie op onze samenleving is o.a. een grote uitdaging in de digitalisering van onze fysieke leefomgeving. Zo werken veel steden aan eigen smart city initiatieven, bijvoorbeeld via de Future City Foundation, en zijn er landelijk allerlei coalities en samenwerkingsverbanden op specifieke thema’s – van de Nederlandse AI Coalitie tot het programma aardgasvrije wijken. Wat mist is echter de holistische visie op hoe wij willen dat onze gebouwen, buitenruimte en wegen in die digitale wereld gezamenlijk functioneren. Want die visie zou nog wel eens anders kunnen zijn dan waar we zullen belanden als we vanuit traditionele kaders, sectoren en domeinen verder werken.

Dat betekent dat het goed is na te denken over de maatschappelijke kaders die we voor onszelf hebben geschapen – op de vier dimensies die ook in het rapport staan: technologische systemen, verdien- en financieringsmodellen, maatschappelijke/socio-culturele omarming en wet- en regelgeving.

Op het moment ben ik druk bezig met de uitdaging visie op de digitale leefomgeving te verbinden aan concrete initiatieven in steden – en de inzichten daaruit weer in te zetten voor die visie. De komende tijd ga ik daarover meer laten horen!